Beheer je eigen gezondheidsdata

Een paar maanden geleden heb ik een Fitbit health-tracker aangeschaft. Ik had er goed over nagedacht: in mijn continue zoektocht naar efficiëntie en effectiviteit, wilde ik de tijd die ik aan sporten besteed nog beter benutten. Door in de meest geschikte hartslag te trainen voor mijn doel van dat moment, had ik bedacht.

Sinds de boost in populariteit van wearables en health-trackers in het bijzonder, heb ik met interesse gelezen over de toepassingen en oplossingen die deze gadgets kunnen en zullen bieden, voorbij aan het simpelweg bijhouden van data over jezelf.

Niet geheel toevallig, keek ik afgelopen weekend naar een TED Talk van Talithia Williams, een statisticus van huis uit en dol op cijfers (net als ik!). Door de gezondheidsdata van zichzelf en haar man bij te houden en te delen met medische specialisten in situaties waarin dat nuttig was, kon zij artsen helpen een betere en sneller diagnose te stellen.

Een welkome bron van gezondheidsdata

Ik ben er heilig van overtuigd dat dit soort voorbeelden in de nabije toekomst voorbij zullen gaan aan enkele personen en concepten zoals deze op bredere schaal zullen worden toegepast. En naast de data die je zelf bijhoudt, kan andere informatie, zoals locatie-informatie, ook een welkome bron zijn voor gezondheidsdata. Want hoe mooi zou het zijn als jouw huisarts bij jouw volgende bezoek proactief een check uitvoert omdat recentelijk bodemvervuiling is geconstateerd in de wijk waar jij bent opgegroeid?

Relevante gezondheidsdata bij elkaar brengen en beheren, is mogelijk de sleutel naar betere zorg en gezondheid. Je krijgt in ieder geval zelf inzicht in hoe je ervoor staat en je kan artsen helpen bij het stellen van diagnoses zodat ze gerichter te werk kunnen gaan. Ik heb bedacht om over een paar jaar naar m’n zorgverzekering te stappen en gewapend met m’n Fitbit-data korting af te dwingen. Beter bewijs dat ik goed heb bewogen en een gezonde leefstijl erop na heb gehouden, is er niet, dus ik ga er voor!

Ik schreef hier ook een blog over op 42bis.